NIJMEGEN - Nijmegenaren scheiden meer afval dan inwoners van vergelijkbare steden, maar nog steeds wordt een flink deel van het herbruikbare afval - vooral GFT, plastic+, en textiel - niet gerecycled maar verbrand. Het halen van de doelen voor minder restafval en meer recycling komen daardoor in gevaar. Omdat de gemeente te weinig inzicht heeft in de kwaliteit van het afval, stuurt zij onvoldoende op de verbetering ervan. Dit concludeert de Rekenkamer Nijmegen op basis van een onderzoek naar de kwaliteit van het gescheiden ingezamelde huishoudelijk afval in Nijmegen.

Om grondstoffen voor nieuwe producten te kunnen maken van GFT, Plastic+, textiel, oud papier en glas, moet het afval zo zuiver mogelijk zijn. De rekenkamer onderzocht op welke punten in de keten van inzameling tot eindverwerking sprake is van uitval. Een deel van de uitval ontstaat doordat herbruikbare stromen door inwoners niet worden gescheiden, maar bij het restafval worden gegooid. Een ander deel valt uit, doordat inwoners afval bij de gescheiden ingezamelde stroom gooien die daar niet in thuis horen. Bij glas en oud papier is de uitval beperkt; daarvan wordt circa 90% gerecycled. Bij GFT, plastic+ en textiel is de uitval aanzienlijk en wordt rond 50% gerecycled. Het afval dat niet gerecycled wordt, wordt verbrand.

Uit het rekenkameronderzoek komt ook naar voren dat de sturing door de gemeente meer aandacht vraagt. Nijmegen scoort goed op de hoeveelheid restafval en de gescheiden inzameling, maar er is meer aandacht nodig voor het verbeteren van de kwaliteit van het gescheiden ingezameld huishoudelijk afval en het hergebruik ervan. Anders is het risico groot dat het niet lukt de ambitieuze doelstellingen voor de hoeveelheid restafval en gescheiden inzameling voor 2025 realiseren én tegelijkertijd het hergebruik fors te verhogen.

Het college omarmt de conclusies van de rekenkamer en neemt de aanbevelingen over